Financiële ontwikkelingen
We verantwoorden onze financiële cijfers op hoofdlijnen. Dat betekent dat we afwijkingen alleen toelichten wanneer ze € 50.000 of hoger zijn. De post “overig” gaat telkens over één of meerdere afwijkingen die kleiner zijn dan € 50.000.
Posten die politiek relevant zijn lichten we wel toe.
Bij de toelichting op het financiële resultaat nemen we voordelen op als een positief bedrag en nadelen als een negatief bedrag.
We ronden de bedragen af op € 1.000. Hierdoor kunnen afrondingsverschillen ontstaan.
(bedragen x € 1.000) | 2025 | 2026 | 2027 | 2028 | 2029 |
|---|---|---|---|---|---|
Actualisatie begroting 2025-2029 | |||||
1. Algemene uitkering (septembercirculaire 2025) We actualiseren de begroting op basis van de septembercirculaire 2025. | 2.145 | 1.956 | 517 | 326 | 427 |
2. Budget indexeringen In de kadernota namen we budget op voor prijsstijgingen. Een deel van dit budget gebruiken we op de diverse programma's om de gestegen kosten op te vangen. In 2025 en 2026 zijn de werkelijke indexeringen hoger dan waar we in de kadernota rekening mee hielden. | -504 | -771 | 1.009 | 1.010 | 1.010 |
3. Budget indexeringen Gemeenschappelijke regelingen In de kadernota namen we budget op voor prijsstijgingen bij gemeenschappelijker regelingen. We verwerken de in juni 2025 vastgestelde begrotingen 2026 van de gemeenschappelijke regelingen. Gemeenschappelijke regelingen indexeren minder dan waar we in de kadernota rekening mee hebben gehouden. | 627 | 687 | 687 | 687 | 687 |
4. Gemeenschappelijke regelingen Op basis van de vastgestelde jaarrekening 2024 en begroting 2026 passen we de bijdrage van de gemeenschappelijke regelingen aan. Het gaat hier om: ICT West-Brabant West, Belastingsamenwerking West Brabant en de Regio West-Brabant. | 0 | -248 | 145 | 196 | 252 |
5. CAO 2025-2026 De nieuwe CAO Gemeenten loopt van 1 april 2025 tot en met 31 maart 2027. De loonsverhogingen zijn verspreid over vijf momenten om de kosten te spreiden. Er zijn procentuele loonsverhogingen en een loonsverhoging met een vast bedrag opgenomen. Daarmee groeien de lagere salarisschalen wat meer: in de looptijd van de Cao van 24 maanden krijgen de hogere salarisschalen ongeveer 7% erbij en de lagere salarisschalen tot ongeveer 8,5 %. | 766 | -288 | -480 | -502 | -523 |
6. Personeelskosten Door latere invulling van vactures ontstaat er in 2025 een voordeel op de personeelskosten. Jaarlijks herwaarderen we functies. De financiële gevolgen verwerkten we vanaf 2026. | 237 | -76 | -80 | -85 | -88 |
7. Loonkosten college en raad De loonkosten voor het college en de raad stijgen met de percentages uit de laatste circulaire van de algemene uitkering. | -42 | -28 | -54 | -84 | -145 |
8. Taakmutaties Gemeentefonds We ontvingen via het gemeentefonds geld voor diverse taken. De taken voeren we uit binnen de beschikbare budgetten. De ontvangen bedragen zijn voor deze taken niet meer nodig. | 318 | 0 | 0 | 0 | 0 |
9. Onroerendezaakbelasting Hogere opbrengst onroerendezaakbelasting door een hogere waardeontwikkeling van niet-woningen. Deze waardeontwikkeling werd bekend na het vaststellen van de begroting 2025. | 185 | 0 | 0 | 0 | 0 |
10. Vergadercentrum We namen een taakstelling op bij het besluit voor de herinrichting van de begane grond. We besparen hiermee op diverse exploitatiebudgetten. De planning van de verkoop van het vergadercentrum (oude raadhuis) liep uit en staat nu gepland voor 1 april 2026. De geplande taakstelling ramen we tot dat moment af. | -370 | -93 | 0 | 0 | 0 |
11. I-samenwerking Voor de samenwerking op het gebied van informatievoorziening wordt 2026 het overgangsjaar naar een structurele samenwerkingsvorm. Voor de verdere ontwikkeling van deze samenwerking is eenmalig geld nodig. De structurele kosten worden in 2026 duidelijk. | 0 | -130 | 0 | 0 | 0 |
12. Baroniesamenwerking De Baronie is een samenwerkingsverband van tien gemeenten die al lange tijd op natuurlijke wijze samenwerken, ook over gemeentegrenzen heen. Door hun krachten te bundelen, kunnen ze regionale uitdagingen zoals woningbouw, mobiliteit, duurzaamheid en veiligheid effectiever aanpakken. De gezamenlijke kernagenda richt zich op een sterke, veerkrachtige en toekomstbestendige regio. | 0 | -40 | -80 | -80 | -80 |
13. Huuropbrengst stadskantoor We verhuren minder ruimtes in 2025. In 2026 wordt de mutatie voor alle huurders opgenomen. | -78 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14. Huuropbrengst werkplekken We verhuren minder werkplekken. | -60 | -60 | -60 | -60 | -60 |
15. Vrijval reserve automatisering We besteden een deel van de reserve automatisering. We heffen deze reserve eind 2025 op. | 90 | 0 | 0 | 0 | 0 |
16. Rente leningen De uitgaven verlopen trager dan we vorig jaar dachten. Extra langlopende leningen aantrekken is op dit moment niet nodig. Daarom zijn in 2025 de rentekosten lager. | 754 | 0 | 0 | 0 | 0 |
17. Rente en afschrijving Voor de vervanging van de hardware op de werkplek was een krediet beschikbaar van € 850.000. Bij de begroting 2025 is dit krediet met € 600.000 verlaagd. Dit zien we terug in de verlaging van rente en afschrijving. | 185 | 0 | 0 | 0 | 0 |
18. Rente Grondbedrijf Door lagere boekwaarde berekenen we minder rente door aan het Grondbedrijf dan begroot. | -65 | 0 | 0 | 0 | 0 |
19. Investeringen Voor we de begroting opstellen beoordelen we al onze investeringen: wanneer verwachten we de uitgaven en wanneer is de investering klaar? Uit de actualisatie blijkt dat diverse projecten later gerealiseerd worden dan verwacht. De kapitaallasten schuiven naar latere jaren. | 0 | 892 | 1.046 | 716 | 495 |
20. Rentelasten Voor de begroting 2026 brachten we onze financieringsbehoefte in beeld. Voor toekomstige financieringen gaan we nu uit van een rente van 3,0%. Omdat investeringen doorschuiven naar latere jaren is het financieringstekort kleiner dan we dachten. Hierdoor ontstaat een voordeel op de rentelasten. | 0 | 784 | 548 | 790 | 908 |
21. Rendabele uren Bij het opstellen van de begroting schatten we in hoeveel uren we besteden aan rendabele producten (grondexploitaties, afval, riolering, investeringen en voorzieningen). | 95 | 0 | 0 | 0 | 0 |
22. Overig Eén of meerdere afwijkingen, kleiner dan € 50.000. | 97 | 60 | -43 | -30 | 53 |
Totaal wijzigingen | 4.380 | 2.645 | 3.155 | 2.884 | 2.936 |
