Kostenverhaal en financiële bijdragen
De hoofdregel is dat de gemeente bij iedere nieuw aangewezen activiteit haar kosten verhaalt. Daarvoor vraagt de gemeente een financiële vergoeding die bijdraagt aan de investeringsopgave.
In uitzonderlijke gevallen kan het college hiervan afwijken. Dit gebeurt als een gebiedsontwikkeling een maatschappelijke meerwaarde heeft voor de gemeente. De initiatiefnemer moet met een deskundige onderbouwing aantonen dat de ontwikkeling financieel niet haalbaar is als er kosten en bijdragen betaald moeten worden. Het college moet tot dezelfde conclusie komen. In zulke gevallen kan het college besluiten om minder of geen kosten te verhalen en een lagere of geen financiële bijdragen te vragen. Dit is een uitzondering en vereist een goed gemotiveerd besluit van het college.
Kostenverhaal
Gemeenten zijn verplicht de kosten die ze maken bij bepaalde bouwactiviteiten te verhalen. Deze kosten moeten in verhouding staan tot de activiteiten. Als dat niet zo is, mag het college afwijken van de bijdrage.
In de nota grondbeleid staat dat we bij voorkeur de kosten verhalen via een anterieure overeenkomst. In een anterieure overeenkomst maken we afspraken over de kostenverdeling, financiële verantwoordelijkheden, planning, infrastructuurvereisten en milieuvoorschriften. Als het bouwplan minder dan 5 woningen is, berekenen we de kosten op basis van de legesverordening.
Financiële bijdragen
Etten-Leur heeft ervoor gekozen om een financiële bijdrage te vragen en te verhalen op initiatiefnemers voor de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Dit is geen wettelijke verplichting, maar een gemeentelijke keuze. Bij het opleggen van een financiële bijdrage mag het college gemotiveerd afwijken van de opgelegde bijdrage. De aanvrager moet dan (onafhankelijk) aantonen dat het project anders financieel niet haalbaar is. De gemeente moet dit toetsen en bevestigen.
Winstnemingen
Etten-Leur past binnen de eigen grondexploitaties de regels van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) toe. Dit zijn de regels over onder andere de (tussentijdse) winstneming, de verliesafdekking, de rente, de disconteringsvoet, de prijsstijgingen en de looptijd.
Winst nemen is een belangrijk aspect van het realisatiebeginsel, maar wordt beheerst door het voorzichtigheidsbeginsel. Positieve resultaten worden verwerkt als zij met voldoende zekerheid vaststaan en zijn gerealiseerd. Het voorzichtigheidsbeginsel krijgt concrete invulling met de Percentage of Completion (POC) methode. Belangrijk daarbij is dat de gemeente de (tussentijdse) winstneming niet duurzaam mag inzetten voor het opvangen van structurele lasten in de begroting.
